Opgave 1

Yvonne heeft \(7\) Engelse, \(3\) Franse en \(8\) Duitse boeken. Sabrine leent \(9\) boeken van Yvonne.

Opgave 2

Alex heeft \(4\) Lego City sets, \(5\) Lego Ninjago sets en \(6\) Lego Creator sets. Hij neemt \(3\) Lego sets mee op vakantie waarvan hoogstens \(1\) niet een Creator set is.

Opgave 3

Karel staat op de markt en heeft \(4\) soorten brood, \(2\) soorten gebakjes en \(6\) soorten taarten in zijn kraam liggen. Vincent kiest \(3\) of \(4\) verschillende producten uit de kraam van Karel.

Opgave 4

De vakgroep maatschappijleer heeft vragen verzonnen over de actualiteit, hiervan gaan \(9\) vragen over politiek, \(8\) vragen over economie en \(5\) vragen over sport. Om te bepalen welke vragen in ieder geval in de toets moeten komen, maakt mevrouw Meijdam een top \(6\) van de meest actuele vragen.

Opgave 5

Een kunstgallerij gaat een foto-expositie samenstellen. Hiervoor kunnen ze uit \(9\) natuurfoto's, \(3\) architectuurfoto's en \(8\) portretfoto's kiezen. De eigenaresse van de gallerij verwijdert \(8\) natuurfoto's en \(2\) architectuurfoto's uit de gallerij omdat ze deze niet mooi genoeg vindt.

Opgave 6

Op de veerboot naar Dover staan \(6\) Britse auto's, \(5\) Franse auto's en \(4\) auto's uit overige landen. De auto's rijden één voor één de veerboot weer af.

Opgave 7

In een leerlingenraad zitten \(2\) derdeklassers, \(5\) vierdeklassers en \(6\) vijfdeklassers. De leerlingen van de leerlingenraad worden één voor één gepresenteerd, waarbij alle vierdeklassers achter elkaar komen.

Opgave 8

In een pretpark zijn er \(5\) familieattracties, \(2\) waterattracties en \(3\) kinderattracties. Jesse bezoekt alle attracties van het pretpark, waarbij hij zowel de familieattracties als de waterattracties en de kinderattracties achter elkaar bezoekt.