1p

a

Schrijf de formule van de lijn \(l{:}\,y=\frac{1}{4}x+2\) in de vorm \(l{:}\,ax+by=c\text{.}\)

1p

b

Gegeven is de lijn \(l{:}\,3x+2y=9\text{.}\)
Onderzoek of het punt \(A(4, -1\frac{1}{2})\) op \(l\) ligt.

2p

c

Gegeven is de lijn \(l{:}\,2x+7y=4\text{.}\)
Bereken de coördinaten van de snijpunten met de \(x\text{-}\)as en de \(y\text{-}\)as.

1p

d

Schrijf de vergelijking van de lijn \(l{:}\,7x+6y=1\) in de vorm \(l{:}\,y=ax+b\text{.}\)

2p

a

De lijn \(l\) gaat door het punt \(A(-2, -1)\) en is evenwijdig aan de lijn \(k{:}\,-3x-6y=-5\text{.}\)
Stel een vergelijking op van lijn \(l\) in de vorm \(ax+by=c\text{.}\)