Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A

'Statistische variabelen'.

havo wiskunde A 2.2 Data verzamelen

Statistische variabelen (7)

opgave 1

Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe.

2p

a

In een enquête wordt de vraag gesteld hoe vaak een leerling huiswerk maakt: nooit, soms, regelmatig, vaak of altijd.

Klassificatie (1)
00le - Statistische variabelen - basis - 33ms

a

De variabele 'huiswerkgedrag van leerling' is kwalitatief, omdat deze niet in een getal wordt uitgedrukt.

1p

De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele.

1p

2p

b

Gjalt gooit steeds met vier dobbelstenen en telt bij iedere worp het aantal ogen, bijvoorbeeld \(18\) of \(23\text{.}\)

Klassificatie (6)
00lf - Statistische variabelen - basis - 1ms

b

De variabele 'aantal ogen per worp' is kwantitatief, omdat de waarden hoeveelheden zijn die objectief meetbaar zijn.

1p

De variabele is discreet, omdat niet alle tussenliggende waarden mogelijk zijn. Zo is \(12{,}3\) geen mogelijke waarde voor het aantal ogen.

1p

2p

c

Op een inschrijfformulier voor een schoolreis wordt gevraagd naar de voornaam van de leerling, bijvoorbeeld Nora of Lotte.

Klassificatie (2)
00lj - Statistische variabelen - basis - 33ms

c

De variabele 'voornaam van leerling' is kwalitatief, omdat deze niet in een getal wordt uitgedrukt.

1p

De variabele is nominaal, omdat er geen logische ordening zit in de waarden van de variabele.

1p

2p

d

In een vragenlijst wordt gevraagd naar het aantal boterhammen dat iemand per dag eet: 0, 1, 2, 3 of '4 of meer'.

Klassificatie (3)
00lk - Statistische variabelen - basis - 33ms

d

De variabele 'aantal boterhammen per persoon' is kwalitatief, omdat de laatste waarde ('4 of meer') geen getal is; je kunt er immers niet mee rekenen.

1p

De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele.

1p

opgave 2

Geef in de volgende situaties aan welke statistische variabele wordt beschreven, en of deze nominaal, ordinaal, discreet of continu is. Licht je antwoord toe.

2p

a

In een nieuwe mentorklas worden telefoonnumers uitgewisseld voor het maken van een groepsapp, bijvoorbeeld 040 227 40 59 of 050 287 47 29.

Klassificatie (4)
00ll - Statistische variabelen - basis - 33ms

a

De variabele 'telefoonnummer van telefoon' is kwalitatief, omdat de waarden weliswaar getallen zijn maar geen hoeveelheid aangeven; je zult bijvoorbeeld ook nooit de gemiddelde waarde berekenen.

1p

De variabele is nominaal, omdat de waarden willekeurig zijn toegekend (met als enige doel om de telefoon te kunnen identificeren) en er dus geen logische ordening zit in de waarden van de variabele.

1p

2p

b

Op de wandelwebsite walkhighlands.com wordt met behulp van een aantal wandelschoentjes aangegeven hoe zwaar de verschillende wandelingen in de Schotse hooglanden zijn: 🥾, 🥾🥾, 🥾🥾🥾, 🥾🥾🥾🥾 of 🥾🥾🥾🥾🥾.

Klassificatie (5)
00lm - Statistische variabelen - basis - 0ms

b

De variabele 'moeilijkheidsgraad van wandeling' is kwalitatief, omdat de waarden weliswaar een aantal voorstellen, maar een mening weergeven en dus niet objectief meetbaar zijn (het is een schaalvraag).

1p

De variabele is ordinaal, omdat er een logische ordening zit in de waarden van de variabele.

1p

2p

c

Een garagebedrijf houdt bij na hoeveel jaar de accu in een benzineauto vervangen moet worden, bijvoorbeeld \(39\) of \(45\) jaar.

Klassificatie (7)
00na - Statistische variabelen - basis - 1ms

c

De variabele 'levenduur van accu in jaar' is kwantitatief, omdat de waarden hoeveelheden zijn die objectief meetbaar zijn.

1p

De variabele is continu, omdat alle tussenliggende hoeveelheden gemeten zouden kunnen worden.

1p

"