Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A
'Verhoudingen'.
| havo wiskunde A | 1.1 Rekenen | |||||||||||
opgave 1De verhouding tussen Nederlanders en Belgen op een vakantiepark is gelijk aan \(3:8\text{.}\) Er zijn in totaal \(121\) gasten. 3p Hoeveel Nederlanders zijn er in totaal? VerhoudingTweeGroepen 003l - Verhoudingen - gevorderd - basis - 2ms ○ In totaal zijn er \(3+8=11\) delen, dus 1p ○ Dus \(1\text{ deel}={121 \over 11}=11\text{ }\text{gasten}\text{.}\) 1p ○ Er zijn \(3\) delen Nederlander, dus in totaal zijn er 1p opgave 2De verhouding tussen viooldocenten, pianodocenten en gitaardocenten op een muziekschool is gelijk aan \(6:9:8\text{.}\) Er zijn in totaal \(78\) viooldocenten. 3p Hoeveel pianodocenten zijn er meer dan viooldocenten? VerhoudingDrieGroepen 003m - Verhoudingen - gevorderd - midden - 7ms ○ Er zijn \(6\) delen viooldocent, dus 1p ○ Dus \(1\text{ deel}={78 \over 6}=13\text{ }\text{docenten}\text{.}\) 1p ○ Het verschil tussen pianodocenten en viooldocenten is \((9-6)=3\) delen, dus er zijn 1p opgave 3Op een scholengemeenschap zijn er \(5\) havisten per \(9\) vwo-ers, en er zijn \(2\) havisten per \(3\) vmbo-ers. Er zijn \(45\) meer vwo-ers dan vmbo-ers. 4p Hoeveel leerlingen zijn er in totaal? VerhoudingTweeKeerTweeGroepen 003n - Verhoudingen - gevorderd - eind - 3ms ○
1p ○ Het verschil tussen vwo-ers en vmbo-ers is \((18-15)=3\) delen, dus 1p ○ Dus \(1\text{ deel}={45 \over 3}=15\text{ }\text{leerlingen}\text{.}\) 1p ○ Er zijn \(18+10+15=43\) delen, dus in totaal zijn er 1p |