Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A

'Vermenigvuldigings- en somregel'.

3 havo 9.4 Telproblemen

Vermenigvuldigings- en somregel (7)

opgave 1

In een leerlingenraad zitten \(8\) derdeklassers, \(9\) vierdeklassers en \(2\) vijfdeklassers. Voor een klankbordgroep wordt uit iedere klas een leerling geselecteerd.

1p

Op hoeveel manieren kan dat?

Productregel (2)
00fv - Vermenigvuldigings- en somregel - basis - basis - 4ms

\(\text{aantal}=8⋅2⋅9=144\)

1p

opgave 2

Voor gym kiest Isa uit \(4\) sportbroeken, \(3\) sportshirts en \(5\) paar sneakers.

1p

Hoeveel verschillende sportoutfits kan ze samenstellen?

Productregel (1)
00gn - Vermenigvuldigings- en somregel - basis - basis - 3ms

\(\text{aantal}=4⋅3⋅5=60\)

1p

opgave 3

Blaise laat de schijven hieronder draaien. Nadat de schijven zijn uitgedraaid, wijzen de pijlen een getal van vier cijfers aan. Zo is hieronder het getal \(4\,116\) aangegeven.

45911267912346869123

1p

Hoeveel getallen zijn er mogelijk?

SchijfAlle
00i0 - Vermenigvuldigings- en somregel - basis - basis - 1ms

\(\text{aantal}=4⋅5⋅6⋅5=600\)

1p

opgave 4

Blaise laat de schijven hieronder draaien. Nadat de schijven zijn uitgedraaid, wijzen de pijlen een getal van twee cijfers aan. Zo is hieronder het getal \(65\) aangegeven.

6912572

2p

Hoeveel even getallen zijn er mogelijk?

SchijfEven
00i1 - Vermenigvuldigings- en somregel - gevorderd - midden - 2ms

Het laatste cijfer moet even zijn, dus \(2\text{.}\)

1p

\(\text{aantal}=4⋅1=4\)

1p

opgave 5

Blaise laat de schijven hieronder draaien. Nadat de schijven zijn uitgedraaid, wijzen de pijlen een getal van drie cijfers aan. Zo is hieronder het getal \(241\) aangegeven.

2914678121369

2p

Hoeveel getallen groter dan \(200\) zijn er mogelijk?

SchijfGrens (1)
00i2 - Vermenigvuldigings- en somregel - gevorderd - midden - 4ms

Het eerste cijfer moet \(2\) of \(9\) zijn, dus \(2\) mogelijkheden.

1p

\(\text{aantal}=2⋅6⋅4=48\)

1p

opgave 6

Blaise laat de schijven hieronder draaien. Nadat de schijven zijn uitgedraaid, wijzen de pijlen een getal van vier cijfers aan. Zo is hieronder het getal \(8\,211\) aangegeven.

8246724591123789124678

2p

Hoeveel getallen groter dan \(8\,500\) zijn er mogelijk?

SchijfGrens (2)
00i3 - Vermenigvuldigings- en somregel - gevorderd - midden - 1ms

Het eerste cijfer moet \(8\) zijn en het tweede cijfer moet \(5\) of \(9\) zijn.

1p

\(\text{aantal}=1⋅2⋅6⋅6=72\)

1p

opgave 7

Gegeven is het volgende wegendiagram.

ABCD

1p

Op hoeveel manieren kun je van A naar D?

Wegendiagram (1)
00i4 - Vermenigvuldigings- en somregel - basis - basis - 1ms

\(\text{aantal}=2⋅4⋅3=24\)

1p

havo wiskunde A 4.1 Regels bij telproblemen

Vermenigvuldigings- en somregel (4)

opgave 1

In een voetbalteam zitten \(5\) verdedigers, \(7\) middenvelders en \(4\) aanvallers. De coach roept eerst een verdediger naar voren, en daarna een middenvelder of een aanvaller.

1p

Op hoeveel manieren kan dat?

Productsomregel
00fw - Vermenigvuldigings- en somregel - gevorderd - eind - 1ms

\(\text{aantal}=5⋅(7+4)=55\)

1p

opgave 2

Gegeven is het volgende wegendiagram.

ABCD

1p

Op hoeveel manieren kun je van A naar D?

Wegendiagram (2)
00ge - Vermenigvuldigings- en somregel - gevorderd - midden - 0ms

Van A naar D via B of via C, dus
\(\text{aantal}=2⋅4+4⋅3=20\)

1p

opgave 3

Gegeven is het volgende wegendiagram.

ABCD

2p

Op hoeveel manieren kun je van A naar D?

Wegendiagram (3)
00gf - Vermenigvuldigings- en somregel - pro - eind - 1ms

Van A naar C kan rechtstreeks of via B, dus
\(\text{aantal}_{\text{AC}}=2⋅3+3=9\)

1p

Van C naar D kan op \(2\) manieren, dus
\(\text{aantal}_{\text{AD}}=(2⋅3+3)⋅2=9⋅2=18\)

1p

opgave 4

Blaise laat de schijven hieronder draaien. Nadat de schijven zijn uitgedraaid, wijzen de pijlen een getal van vier cijfers aan. Zo is hieronder het getal \(7\,496\) aangegeven.

7892645782948679123

2p

Hoeveel getallen zijn mogelijk met aan het begin twee dezelfde cijfers?

SchijfTweeGelijk
00i5 - Vermenigvuldigings- en somregel - pro - eind - 1ms

De eerste twee schijven hebben de cijfers \(2\text{,}\) \(7\) en \(8\) gemeenschappelijk, dat zijn dus \(3\) cijfers.

1p

\(\text{aantal}=3⋅1⋅3⋅6=54\)

1p

"