Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde B

'Wortelvergelijkingen'.

3 vwo 5.6 Wortelvergelijkingen

Wortelvergelijkingen (1)

opgave 1

Los exact op.

3p

\(6-9\sqrt{t}=3\)

Wortel (1)
008o - Wortelvergelijkingen - basis - dynamic variables

Isoleren geeft \(-9\sqrt{t}=-3\text{.}\)

1p

Kwadrateren geeft \((-9\sqrt{t})^2=(-3)^2\text{.}\)
Haakjes uitwerken geeft \(81t=9\text{,}\) dus \(t=\frac{1}{9}\text{.}\)

1p

\(t=\frac{1}{9}\) voldoet.

1p

vwo wiskunde B 4.3 Regels voor het oplossen van vergelijkingen

Wortelvergelijkingen (4)

opgave 1

Los exact op.

3p

a

\(x=\sqrt{-x+72}\)

Wortel (2)
008n - Wortelvergelijkingen - basis - dynamic variables

a

Kwadrateren geeft \(x^2=-x+72\) ofwel \(x^2+x-72=0\text{.}\)

1p

De som-productmethode geeft \((x-8)(x+9)=0\) dus \(x=8∨x=-9\text{.}\)

1p

\(x=8\) voldoet, \(x=-9\) voldoet niet.

1p

4p

b

\(-5x+2\sqrt{x}=-3\)

Wortel (4)
008p - Wortelvergelijkingen - basis - dynamic variables

b

Isoleren geeft \(-5x+3=-2\sqrt{x}\text{.}\)

1p

Kwadrateren geeft \((-5x+3)^2=(-2\sqrt{x})^2\text{.}\)
Haakjes uitwerken geeft \(25x^2-30x+9=4x\)
dus \(25x^2-34x+9=0\text{.}\)

1p

De discriminant is \(D=(-34)^2-4⋅25⋅9=256\text{.}\)
De \(a\kern{-.8pt}b\kern{-.8pt}c\text{-}\)formule geeft \(x=\frac{9}{25}∨x=1\text{.}\)

1p

\(x=\frac{9}{25}\) voldoet niet, \(x=1\) voldoet.

1p

4p

c

\(x=\sqrt{3x+22}-8\)

Wortel (3)
008q - Wortelvergelijkingen - basis - dynamic variables

c

Isoleren geeft \(x+8=\sqrt{3x+22}\text{.}\)

1p

Kwadrateren geeft \((x+8)^2=\sqrt{3x+22}^2\text{.}\)
Haakjes uitwerken geeft \(x^2+16x+64=3x+22\)
dus \(x^2+13x+42=0\text{.}\)

1p

De som-productmethode geeft \((x+7)(x+6)=0\)
dus \(x=-7∨x=-6\text{.}\)

1p

Beide oplossingen voldoen.

1p

4p

d

\(3t-5\sqrt{2t-5}=4\)

Wortel (5)
008r - Wortelvergelijkingen - basis - dynamic variables

d

Isoleren geeft \(3t-4=5\sqrt{2t-5}\text{.}\)

1p

Kwadrateren geeft \((3t-4)^2=(5\sqrt{2t-5})^2\text{.}\)
Haakjes uitwerken geeft \(9t^2-24t+16=50t-125\)
dus \(9t^2-74t+141=0\text{.}\)

1p

De discriminant is \(D=(-74)^2-4⋅9⋅141=400\text{.}\)
De \(a\kern{-.8pt}b\kern{-.8pt}c\text{-}\)formule geeft \(t=3∨t=5\frac{2}{9}\text{.}\)

1p

Beide oplossingen voldoen.

1p

"