'Betrouwbaarheidsintervallen' binnen Getal & Ruimte - havo

havo wiskunde A 7.2 Betrouwbaarheidsintervallen voor het populatiegemiddelde

Betrouwbaarheidsintervallen (1)
BetrouwbaarheidsintervalVanGemiddelde

Opgave 1

3p

a

In een steekproef onder \(128\) deelnemers blijkt het gemiddelde gelijk te zijn aan \(\bar{X}=571\text{.}\) De bijbehorende standaardafwijking is \(S=151\text{.}\)
Bereken het \(95\%\text{-}\)betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde in gehelen.

havo wiskunde A 7.3 Betrouwbaarheidsintervallen voor de populatieproportie

Betrouwbaarheidsintervallen (2)
BetrouwbaarheidsintervalBijProportie (1)
BetrouwbaarheidsintervalBijProportie (2)

Opgave 1

5p

a

In een steekproef blijken \(27\) van de \(159\) deelnemers verkouden.
Bereken het \(95\%\text{-}\)betrouwbaarheidsinterval van de populatieproportie.

5p

b

In een steekproef geeft \(27\%\) van de \(192\) deelnemers aan dat ze een huisdier hebben.
Bereken het \(95\%\text{-}\)betrouwbaarheidsinterval van het percentage van de gehele populatie.

havo wiskunde A 7.4 Betrouwbaarheidsintervallen toepassen

Betrouwbaarheidsintervallen (2)
SteekproefomvangBijGemiddelde
SteekproefomvangBijProportie

Opgave 1

4p

a

Het populatiegemiddelde ligt met \(95\%\) zekerheid in \([27{,}7; 28{,}5]\text{.}\)
Bereken de steekproefomvang als gegeven is dat \(S=2{,}5\text{.}\)

4p

b

De populatieproportie ligt met \(95\%\) zekerheid in \([0{,}222; 0{,}338]\text{.}\)
Bereken de steekproefomvang.