3p

a

Welke soorten stijgen en dalen herken je op het interval \([-1, 6]\text{?}\)

2p

a

Bereken het differentiequötiënt van \(y\) op het interval \([1, 4]\text{.}\)

2p

b

Gegeven is de functie \(f(x)=-x^3+2x^2-x-4\text{.}\)
Bereken de gemiddelde verandering van \(f(x)\) op het interval \([-3, 5]\text{.}\)

3p

a

Welke soorten stijgen en dalen herken je op het interval \([-5, 1]\text{?}\)

2p

b

Bereken de gemiddelde verandering van \(y\) op het interval \([-5, -1]\text{.}\)

2p

c

Gegeven is de functie \(f(x)=x^3-3x^2-4x+1\text{.}\)
Bereken het differentiequötiënt van \(f(x)\) op het interval \([3, 5]\text{.}\)

2p

d

Gegeven is de functie \(f(x)=-x^3+x^2-2x\text{.}\)
Benader de snelheid van \(f(x)\) op \(x=5\text{.}\) Neem \(\Delta x=0{,}01\) en rond af op 2 decimalen.