Afstand tussen punten, lijnen en cirkels

2c - 7 oefeningen

AfstandTussenLijnEnCirkel
00bo - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.4

6p

a

Gegeven zijn de cirkel \(c{:}\,(x+5)^2+(y+3)^2=30\) en de lijn \(l{:}\,3x+y=2\text{.}\)
Bereken exact de afstand tussen \(c\) en \(l\text{.}\)

a

\(M(-5, -3)\) en \(r=\sqrt{30}\text{.}\)

1p

De lijn \(n\) gaat door \(M\) en staat loodrecht op \(l\text{.}\)
\(\begin{rcases}n{:}\,x-3y=c \\ M(-5, -3)\end{rcases}c=1⋅-5-3⋅-3=4\)
Dus \(n{:}\,x-3y=4\text{.}\)

1p

\(l\) en \(n\) snijden geeft het punt \(S\text{.}\)
\(\begin{cases}3x+y=2 \\ x-3y=4\end{cases}\) \(\begin{vmatrix}1 \\ 3\end{vmatrix}\) geeft \(\begin{cases}3x+y=2 \\ 3x-9y=12\end{cases}\)
Aftrekken geeft \(10y=-10\) dus \(y=-1\text{.}\)

1p

\(\begin{rcases}3x+y=2 \\ y=-1\end{rcases}\begin{matrix}3x+1⋅-1=2 \\ x=1\end{matrix}\)
Dus \(S(1, -1)\text{.}\)

1p

\(d(M, l)=d(M, S)=\sqrt{(-5-1)^2+(-3--1)^2}=\sqrt{40}\text{.}\)

1p

\(d(c, l)=d(M, l)-r=\sqrt{40}-\sqrt{30}\text{.}\)

1p

AfstandTussenPuntEnCirkel
00b4 - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.4 Getal & Ruimte (12e editie) - vwo wiskunde B - 7.4

3p

a

Gegeven zijn de cirkel \(c{:}\,x^2+y^2+6x+8y+19=0\) en het punt \(A(-7, -8)\text{.}\)
Bereken exact de afstand tussen \(c\) en \(A\text{.}\)

a

Kwadraatafsplitsen geeft \((x+3)^2+(y+4)^2=6\)
Dus \(M(-3, -4)\) en \(r=\sqrt{6}\text{.}\)

1p

\(d(M, A)=\sqrt{(-3--7)^2+(-4--8)^2}=\sqrt{32}\text{.}\)

1p

Er geldt \(d(M, A)>r\text{,}\) dus \(d(c, A)=d(M, A)-r=\sqrt{32}-\sqrt{6}\text{.}\)

1p

AfstandTussenPuntEnLijn
00b3 - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.2 Getal & Ruimte (12e editie) - vwo wiskunde B - 7.2

4p

a

Gegeven zijn het punt \(A(4, 3)\) en de lijn \(l{:}\,-x+2y=-3\text{.}\)
Bereken exact de afstand tussen \(A\) en \(l\text{.}\)

a

De lijn \(n\) gaat door \(A\) en staat loodrecht op \(l\text{.}\)
\(\begin{rcases}n{:}\,2x+y=c \\ A(4, 3)\end{rcases}c=2⋅4+1⋅3=11\)
Dus \(n{:}\,2x+y=11\text{.}\)

1p

\(l\) en \(n\) snijden geeft het punt \(S\text{.}\)
\(\begin{cases}-x+2y=-3 \\ 2x+y=11\end{cases}\) \(\begin{vmatrix}2 \\ 1\end{vmatrix}\) geeft \(\begin{cases}-2x+4y=-6 \\ 2x+y=11\end{cases}\)
Optellen geeft \(5y=5\) dus \(y=1\text{.}\)

1p

\(\begin{rcases}-x+2y=-3 \\ y=1\end{rcases}\begin{matrix}-x+2⋅1=-3 \\ x=5\end{matrix}\)
Dus \(S(5, 1)\text{.}\)

1p

\(d(A, l)=d(A, S)=\sqrt{(4-5)^2+(3-1)^2}=\sqrt{5}\text{.}\)

1p

AfstandTussenTweeCirkels
00bu - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 10.5 Getal & Ruimte (12e editie) - vwo wiskunde B - 7.4

3p

a

Gegeven zijn de cirkels \(c_1{:}\,x^2+y^2+8x+10y+27=0\) en \(c_2{:}\,(x-3)^2+(y-3)^2=7\text{.}\)
Bereken exact de afstand tussen \(c_1\) en \(c_2\text{.}\)

a

Kwadraatafsplitsen geeft \((x+4)^2+(y+5)^2=14\)
Dus \(M_1(-4, -5)\) en \(r_1=\sqrt{14}\text{.}\)

1p

Het middelpunt van cirkel \(c_2\) is \(M_2(3, 3)\text{,}\) dus
\(d(M_1, M_2)=\sqrt{(-4-3)^2+(-5-3)^2}=\sqrt{113}\text{.}\)

1p

Er geldt \(r_2=\sqrt{7}\text{,}\) dus
\(d(c_1, c_2)=d(M_1, M_2)-r_1-r_2=\sqrt{113}-\sqrt{14}-\sqrt{7}\text{.}\)

1p

AfstandTussenTweePunten
00b2 - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.2 Getal & Ruimte (12e editie) - vwo wiskunde B - 7.2

1p

a

Gegeven zijn de punten \(A(-2, 1)\) en \(B(1, -4)\text{.}\)
Bereken exact de afstand tussen \(A\) en \(B\text{.}\)

a

\(d(A, B)=\sqrt{(-2-1)^2+(1--4)^2}=\sqrt{9+25}=\sqrt{34}\text{.}\)

1p

LiggingPuntTenOpzichteVanCirkel
00bd - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.3

3p

a

Gegeven zijn de cirkel \(c{:}\,(x+2)^2+(y-4)^2=24\) en het punt \(A(0, -1)\text{.}\)
Onderzoek met een berekening of het punt \(A\) op, binnen of buiten de cirkel \(c\) ligt.

a

\(M(-2, 4)\) en \(r=\sqrt{24}\text{.}\)

1p

\(d(M, A)=\sqrt{(0--2)^2+(-1-4)^2}=\sqrt{29}\text{.}\)

1p

\(d(M, A)>r\text{,}\) dus \(A\) ligt buiten \(c\text{.}\)

1p

OpstellenCirkelMetRaaklijn
00bw - basis
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde B - 7.3

5p

a

Stel een vergelijking op van de cirkel \(c\) met middelpunt \(M(-5, 2)\) die de lijn \(l{:}\,-4x+y=5\) raakt.

a

De lijn \(n\) gaat door \(M\) en staat loodrecht op \(l\text{.}\)
\(\begin{rcases}n{:}\,x+4y=c \\ M(-5, 2)\end{rcases}c=1⋅-5+4⋅2=3\)
Dus \(n{:}\,x+4y=3\text{.}\)

1p

\(l\) en \(n\) snijden geeft het punt \(S\text{.}\)
\(\begin{cases}-4x+y=5 \\ x+4y=3\end{cases}\) \(\begin{vmatrix}1 \\ 4\end{vmatrix}\) geeft \(\begin{cases}-4x+y=5 \\ 4x+16y=12\end{cases}\)
Optellen geeft \(17y=17\) dus \(y=1\text{.}\)

1p

\(\begin{rcases}-4x+y=5 \\ y=1\end{rcases}\begin{matrix}-4x+1⋅1=5 \\ x=-1\end{matrix}\)
Dus \(S(-1, 1)\text{.}\)

1p

\(d(M, l)=d(M, S)=\sqrt{(-5--1)^2+(2-1)^2}=\sqrt{17}\text{.}\)

1p

\(M(-5, 2)\) en \(r=d(M, l)=\sqrt{17}\text{,}\) dus
\(c{:}\,(x+5)^2+(y-2)^2=17\text{.}\)

1p

00bo 00b4 00b3 00bu 00b2 00bd 00bw