Rekenen met datum en tijd
1n - 16 oefeningen
Datum (1)
00ie - gevorderd
|
|
2p a Als \(t\) de tijd is in gehele dagen, met \(t=0\) op 1 januari, welke datum hoort dan bij \(t=144\text{?}\) |
a Aangezien \(t=0\) overeenkomt met 1 januari, komt \(t=144\) overeen met \(145\text{ }\text{januari}\text{.}\) 1p \(145\text{ }\text{januari}\) 1p |
Datum (2)
00if - gevorderd
|
|
2p a Als \(t\) de tijd is in gehele dagen, met \(t=0\) op 20 juli 2017, welke datum hoort dan bij \(t=91\text{?}\) |
a Aangezien \(t=0\) overeenkomt met 20 juli 2017, komt \(t=91\) overeen met \(20+91=111\text{ }\text{juli}\text{.}\) 1p \(111\text{ }\text{juli}\) 1p |
Datum (3)
00ig - gevorderd
|
|
1p a Als \(t\) de tijd is in gehele dagen, met \(t=0\) op 4 mei 2018, welke waarde van \(t\) hoort dan bij 24 augustus 2018? |
a 4 mei 2018 is \(t=0\) 1p |
Jaren (1)
00ih - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 6.2 |
1p a Als \(t\) het aantal jaren na 1990 is, welk jaar is dan \(t=44\text{?}\) |
a \(t=44\) komt dan overeen met \(\text{1990}+44=\text{2034}\text{.}\) 1p |
Jaren (2)
00ii - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 6.2 |
1p a Als \(t\) het aantal jaren na 2010 is, welke waarde van \(t\) hoort dan bij 2027? |
a \(\text{2027}\) komt dan overeen met \(t=\text{2027}-\text{2010}=17\text{.}\) 1p |
Maanden (1)
00ic - gevorderd
|
|
1p a Hoeveel dagen heeft de maand juni? |
a De maand juni heeft \(30\) dagen. 1p |
Maanden (2)
00id - gevorderd
|
|
1p a Wat is de \(6\)e maand van het kalenderjaar? |
a De \(6\)e maand van het kalenderjaar is \(\text{juni}\text{.}\) 1p |
Tijdsduur (1)
00i8 - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 1.2 |
Vul in. 1p a \(18{,}4\text{ }\text{dagen}=\text{......}\text{ }\text{uren}\) |
a \(18{,}4\text{ }\text{dagen}=18{,}4⋅24\text{ }\text{uren}=441{,}6\text{ }\text{uren}\) 1p |
Tijdsduur (2)
00i9 - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 1.2 |
Vul in. 1p a \(70\,920\text{ }\text{seconden}=\text{......}\text{ }\text{uren}\) |
a \(70\,920\text{ }\text{seconden}=70\,920:3\,600\text{ }\text{uren}=19{,}7\text{ }\text{uren}\) 1p |
Tijdsduur (3)
00in - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 1.2 |
Vul in. 1p a \(4{,}3\text{ }\text{uren}=4\text{ }\text{uren}\) en \(\text{......}\text{ }\text{minuten}\text{.}\) |
a \(0{,}30\text{ }\text{uren}=0{,}30⋅60=17\text{ }\text{minuten}\text{,}\) dus \(4{,}3\text{ }\text{uren}=4\text{ }\text{uren}\) en \(18\text{ }\text{minuten}\text{.}\) 1p |
Tijdsduur (4)
00io - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 1.2 |
Vul in. 1p a \(6\text{ }\text{jaar}\) en \(2\text{ }\text{maanden}=\text{......}\text{ }\text{jaar}\text{.}\) |
a \(6\text{ }\text{jaar}\) en \(2\text{ }\text{maanden}=6+{2 \over 12}=6{,}166...\text{ }\text{jaar}\text{.}\) 1p |
Tijdsduur (5)
00ia - gevorderd
|
|
Vul in. 1p a \(6\text{ }\text{dagen}\text{,}\) \(12\text{ }\text{uren}\text{,}\) \(41\text{ }\text{minuten}\) en \(38\text{ }\text{seconden}=\text{......}\text{ }\text{seconden}\) |
a \(6\text{ }\text{dagen}=6⋅24⋅3\,600=518\,400\text{ }\text{seconden}\) 1p |
Tijdsduur (6)
00im - gevorderd
|
|
Vul in. 1p a \(406\,189\text{ }\text{seconden}=\text{......}\text{ }\text{dagen}\text{,}\) \(\text{......}\text{ }\text{uren}\text{,}\) \(\text{......}\text{ }\text{minuten}\) en \(\text{......}\text{ }\text{seconden}\text{.}\) |
a \(406\,189\text{ }\text{seconden}={406\,189 \over 24⋅60⋅60}=4{,}701...\text{ }\text{dagen}\) 1p |
Tijdsduur (7)
00ib - gevorderd
|
|
Vul in. 1p a \(1\text{ }\text{etmaal}=\text{......}\text{ }\text{uren}\) |
a \(1\text{ }\text{etmaal}=24\text{ }\text{uren}\) 1p |
Tijdstip (1)
00ik - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 6.2 |
1p a Als \(t\) de tijd is in uren, met \(t=0\) om \(\text{6:00}\text{ }\text{uur}\text{,}\) welk tijdstip hoort dan bij \(t=5{,}431\text{?}\) |
a Op \(t=5{,}431\) is het \(5\text{ }\text{uur}\) en \(0{,}431⋅60=25{,}86\text{ }\text{minuten}\) later dan \(\text{6:00}\text{ }\text{uur}\text{.}\) 1p |
Tijdstip (2)
00il - gevorderd
|
Getal & Ruimte (12e editie) - havo wiskunde A - 6.2 |
1p a Als \(t\) de tijd is in uren, met \(t=0\) om \(\text{2:00}\text{ }\text{uur}\text{,}\) welke waarde van \(t\) hoort dan bij \(\text{7:20}\text{ }\text{uur}\text{?}\) |
a Om \(\text{7:20}\text{ }\text{uur}\) is het \(5\text{ }\text{uur}\) en \(20\text{ }\text{minuten}\) later dan \(\text{2:00}\text{ }\text{uur}\text{.}\) 1p |