Verhoudingen

2s - 3 oefeningen

VerhoudingTweeGroepen
003l - Verhoudingen - gevorderd - basis - 2ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

De verhouding tussen eenden en ganzen in een meertje is gelijk aan \(3:10\text{.}\) Er zijn in totaal \(91\) watervogels.

3p

Hoeveel ganzen zijn er in totaal?

In totaal zijn er \(3+10=13\) delen, dus
\(13\text{ delen}=91\text{ }\text{watervogels}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={91 \over 13}=7\text{ }\text{watervogels}\text{.}\)

1p

Er zijn \(10\) delen gans, dus in totaal zijn er
\(10⋅7=70\) ganzen.

1p

VerhoudingDrieGroepen
003m - Verhoudingen - gevorderd - midden - 7ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

De verhouding tussen gitaardocenten, pianodocenten en viooldocenten op een muziekschool is gelijk aan \(5:9:11\text{.}\) Er zijn \(36\) minder gitaardocenten dan pianodocenten.

3p

Hoeveel docenten zijn er in totaal?

Het verschil tussen gitaardocenten en pianodocenten is \((9-5)=4\) delen, dus
\(4\text{ delen}=36\text{ }\text{docenten}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={36 \over 4}=9\text{ }\text{docenten}\text{.}\)

1p

Er zijn \(5+9+11=25\) delen, dus in totaal zijn er
\(25⋅9=225\) docenten.

1p

VerhoudingTweeKeerTweeGroepen
003n - Verhoudingen - gevorderd - eind - 3ms
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1 Getal & Ruimte (13e editie) - vwo wiskunde A - 3.1

De verhouding tussen motoren en auto's op een veerboot is gelijk aan \(5:3\) en de verhouding tussen fietsen en auto's is \(4:1\text{.}\) Er zijn in totaal \(60\) motoren.

4p

Hoeveel fietsen zijn er meer dan auto's?

motoren

\(5\)

\(5\)

auto's

\(3\)

\(1\)

\(3\)

fietsen

\(4\)

\(12\)

1p

Er zijn \(5\) delen motor, dus
\(5\text{ delen}=60\text{ }\text{motoren}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={60 \over 5}=12\text{ }\text{voertuigen}\text{.}\)

1p

Het verschil tussen fietsen en auto's is \((12-3)=9\) delen, dus er zijn
\(9⋅12=108\) meer fietsen dan auto's.

1p

003l 003m 003n