Verhoudingen

2s - 3 oefeningen

VerhoudingTweeGroepen
003l - Verhoudingen - gevorderd - basis
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1

De verhouding tussen schilderijen en tekeningen in een museum is gelijk aan \(4:11\text{.}\) Er zijn in totaal \(225\) kunstwerken.

3p

Hoeveel schilderijen zijn er minder dan tekeningen?

In totaal zijn er \(4+11=15\) delen, dus
\(15\text{ delen}=225\text{ }\text{kunstwerken}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={225 \over 15}=15\text{ }\text{kunstwerken}\text{.}\)

1p

Het verschil tussen schilderijen en tekeningen is \((11-4)=7\) delen, dus er zijn
\(7⋅15=105\) minder schilderijen dan tekeningen.

1p

VerhoudingDrieGroepen
003m - Verhoudingen - gevorderd - midden
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1

De verhouding tussen Nederlanders, Belgen en Duitsers op een vakantiepark is gelijk aan \(2:7:10\text{.}\) Er zijn \(40\) meer Belgen dan Nederlanders.

3p

Hoeveel Duitsers zijn er in totaal?

Het verschil tussen Belgen en Nederlanders is \((7-2)=5\) delen, dus
\(5\text{ delen}=40\text{ }\text{gasten}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={40 \over 5}=8\text{ }\text{gasten}\text{.}\)

1p

Er zijn \(10\) delen Duitser, dus in totaal zijn er
\(10⋅8=80\) Duitsers.

1p

VerhoudingTweeKeerTweeGroepen
003n - Verhoudingen - gevorderd - eind
Getal & Ruimte (13e editie) - havo wiskunde A - 1.1

De verhouding tussen laarzen en sandalen in een schoenwinkel is gelijk aan \(3:7\) en de verhouding tussen sneakers en laarzen is \(1:2\text{.}\) Er zijn in totaal \(140\) sandalen.

4p

Hoeveel schoenen zijn er in totaal?

laarzen

\(3\)

\(2\)

\(6\)

sandalen

\(7\)

\(14\)

sneakers

\(1\)

\(3\)

1p

Er zijn \(14\) delen sandaal, dus
\(14\text{ delen}=140\text{ }\text{sandalen}\text{.}\)

1p

Dus \(1\text{ deel}={140 \over 14}=10\text{ }\text{schoenen}\text{.}\)

1p

Er zijn \(14+6+3=23\) delen, dus in totaal zijn er
\(23⋅10=230\) schoenen.

1p

003l 003m 003n